Pagina:Brouwkunde.djvu/28

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 30 sep 2015 om 14:06
Deze pagina is proefgelezen

daar het zeker een Scheikunſtig werk is, waarin niet weinig te onderzoeken en waar te nemen is. Dat het brouwen een ſcheikunſtig werk is, blykt hier uit, dat het graan, behoorelyk zynde beärbeidt, niets anders agterlaat, dan eenige vaſte deelen, beſtaande in vezelen en baſten, terwyl deszelfs wezentlyke deelen tot het bier zyn overgegaan: Dewyl nu de Brouwer hier in het grootſte intreſt hebbe, dat het graan wel worde beärbeidt, zo is het beſt dat hy zelf toelegge, om het brouwen en al deszelfs deelen kundig te worden, op dat hy door eigen oogen zien mag, en van een’ Kapitein, waaronder veel onkundig en onverſchillig zyn, niet behoeve af te hangen.