Pagina:Brouwkunde.djvu/27

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is proefgelezen

ondergaſten zyn, onder deze laatſte behoren ook de kelderknegt en Sleper, deze alle ſtaan onder den Kapitein, die zoo veel als meeſtersknegt is; nog zyn ’er nodig Kuipers, Moutmakers, en Mulders, zoo ’er een Moutery en een rosmolen by een Brouwery is.

De Kapitein, die de voornaamſte in een Brouwery is, alzoo het brouwen aan hem word toevertrouwt, dient het brouwen grondig te verſtaan, hy moet nuchteren, en, gedurende het brouwen, nooit afwezig zyn, toeziende dat alles behoorlyk en in orde geſchiede; zoo dat hy niet alleen kennis van het brouwen moet hebben, maar hy moet daar ook een goet gebruik van maken, terwyl ſommige Brouwers het geheele werk op hem laten aankomen; en het is te verwonderen, dat ſommige den Kapitein kwyt rakende, terſtont een van de ondergaſten, in zyne plaats, aanſtellen, even of yder van hun tot het brouwen bequaam ware,