Brouwkunde/Opdragt: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{| style="width: 100%; background-color: #d0b8a7; border: 1px solid #896952;" |- | colspan="3" style="text-align: center;" | '''Brouwkunde''' (1745) ''door Wo...') |
|||
Regel 23: | Regel 23: | ||
|- | |- | ||
|} | |} | ||
Huidige versie van 12 okt 2015 om 16:12
Brouwkunde (1745) door Wouter van Lis | |||
← Dedicatie | Opdragt. | Voorrede. → |
EDELE EN WELBEDREVEN
HEEREN,
OPdat dit kleine Graangeregt te ſmakelyker worde opgediſt, heb ik de vryheid gebruikt, van hetzelve UE. E. op te dragen: Vertrouwende dat zoo het eenigſints den kieſchen ſmaak’ van UE. Eds. zal voldoen, het aan anderen te minder tot afkeer en walg zal ſtrekken.
Het geen my te meer heeft aangeſpoort om dit Letterbundelken UE. E. op te dragen, is, opdat ik daarmede, opentlyk, myne diepe verplichting zoude betuigen:
Want, Heer Professor, het heeft my niet alleen mogen gebeuren UE. tot myn Promotor te hebben, en alle teekenen van eer en vriendſchap van UE. te genieten, maar het mag my nog dagelykſch geſchieden Uwe gunſt en genegentheden in een ruime maat te ondervinden:
Heeren Doctoren, en gy, Myn Heer de Wit, de eer, die ik verſcheide jaaren heb gehadt van uwe gunſt te mogen ondervinden, alsook onze maandelykſche byeenkomſt, zedert den jare een duizend zeven hondert en zesendertig, aangeleidt om, ware het mogelyk, der Geneeskunde eenigen glans by te zetten, en zich meer en meer in dezelve te oefenen:
En gy, Myn Heer Petry, de blyken van genegenheid, ruim den tydt van negen achtereenvolgende jaaren ten uwen huize genoten, in welke vier eerſste jaaren UE. my, door een aanhoudend Onderwys, inſtaat ſtelde, in zoo verre dat ik in den jaare eenduizend zevenhondert en zevenentwintig, het zeventiende van myn’ Leeftydt, door Decani en Aſſeſſores van het Collegium Pharmaceuticum in de Pharmacie, Chemie en Botanie, geëxamineert zynde, als Meeſter werd verklaart:
Dit alles (ik zwyg nog van veel andere beleeftheden van UE. yder in ’t byzonder genoten) verplicht my tot dankerkentenis: Dat het dan niemant verwondere dat ik dit klein Werkje, in het welk ik alleen waarheid en nut bedoele, UE.E. als een eerſteling, uit een zuivere drift van ware dankerkentenis opoffer.
Ik hoop, op goede gronden, dat dit klein geſchenk UE. E. niet onaangenaam zal zyn. Ach! dat het mogt ſtrekken om onze vriendſchap nader te beveſtigen, in zoo verre dat ik door dezelve altoos genootzaakt mogte zyn myzelf te achten,
Edele en Welbedrevene Heeren,
U Wel-Edelens verpligte Dienaar
WOUTER VAN LIS.
← Dedicatie | ↑ | Voorrede. → |