Pagina:Brouwkunde.djvu/96

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is niet proefgelezen

bloem vertoont in zyn beneden deel een ſchelp, het bekertje is, trompetsgewys, met reeten voorzien, in het aanraken kleverig en in vyf krullen omgebogen, waarvan drie naarboven en twee naar beneden zyn gekeert: Op den bodem van het bekertje, daar het ſtampertje zyn begin neemt, liggen de vier Plantbeginzelen, als ware het verborgen, welke in vier vruchtbaarmakende ronden, ook wel ongelyke of hoekige bruinverwige glinſterende zaden veranderen. De bladers, welke tuſſchen de verdeelingen van de bloemen voortkomen, zyn van een geheel andere gedaante dan die uit de knoopen van de ſteelen, die uit den wortel voortkomen; want zy zyn glad, dun, puntachtig, klein en hun onderſte deel, dat mede het breedſte is, heeft geen ſteel, maar is onmiddelyk met de ſteel daar de bloemen en deze bladers aangroeijen, vereenigt: Deze bladertjes en bloemen zyn ſterk, dog niet onaangenaam