Pagina:Brouwkunde.djvu/77

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 29 aug 2015 om 15:36 (→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met 'deren zyn ruigachtig, hoekig en getant, even als de witte '''Bryonie''' bladeren; de ſteeltjes zyn bruinachtig van verwe; aan de toppen dezer ſteeltjes hangen d...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

deren zyn ruigachtig, hoekig en getant, even als de witte Bryonie bladeren; de ſteeltjes zyn bruinachtig van verwe; aan de toppen dezer ſteeltjes hangen de bellen, of zoogenaamde bloemen, nederwaarts, daarna volgen de vruchten, die klein en ſchubachtig zyn, tuſſchen welke vruchten een klein bruin zwartachtig bitter zaad, den reuk van Look hebbende, word gevonden.

De Hop groeit zoo wel in koude als in warmere Landen van zelf: Nochtans word ze met groote naarſtigheid in Vlaanderen, Luik, Gelderlandt, Heusden, en in vele andere plaatzen gekweekt. De Hopbellen worden in de maanden Auguſtus en September vergadert, en droog zynde, in zakken gepakt, en dus tot het gebruik bewaart.

Uit welke beginſelen de Hop is te ſamen geſtelt, zal de volgende Scheikundige ontzwachteling eenigſins leeren.