Pagina:Brouwkunde.djvu/69: verschil tussen versies

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
(→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met ' <p> De Wintergerſt brengt veel al korter en dikker airen, dan de Zomergerſt voort, hoewel zulks mede al naar het Land, daarze groeit, verandert; voorts is derz...')
 
Broodtekst (voor transclusie):Broodtekst (voor transclusie):
Regel 1: Regel 1:
<p>
De Wintergerſt brengt veel al korter
De Wintergerſt brengt veel al korter
en dikker airen, dan de Zomergerſt
en dikker airen, dan de Zomergerſt

Versie van 30 sep 2015 14:08

Deze pagina is niet proefgelezen

De Wintergerſt brengt veel al korter en dikker airen, dan de Zomergerſt voort, hoewel zulks mede al naar het Land, daarze groeit, verandert; voorts is derzelver onderſcheid gering. Nochtans wordt de Wintergerſt tot het maken van Mout, om Bier mede te brouwen, dat men bewaren wil, beſt geoordeelt: De bladeren, die de ſtroohalm bekleeden, worden door heur rypheid zachter in het aanraken, en de airen worden meeſt a1 door hun lengte en zwaarſte naar beneden gebogen.

De Gerſt bevat in zich veel vaſt zout met zwavel, als ook eenig vlug zout en aarde met water vermengt: Het geen de Scheikonſt beſt ontdekt: By voorbeelt, men diſtillere door een Retort, Kromhals, een genoegzame quantiteit nieuwe goede Gerſt, zoo zal ’er over komen.

  1. Een helder doorſchynend vocht, eenigzints naar Gerſt riekende.