Pagina:Brouwkunde.djvu/60

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 4 dec 2014 om 14:46 (→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met 'dan eens getoont hebbe, datgene komt te verliezen, het geen het goed moet houden. Dit Bier nu zoo geeſtryk niet zynde, en voor de tweedemaal in fermentatie komende...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

dan eens getoont hebbe, datgene komt te verliezen, het geen het goed moet houden. Dit Bier nu zoo geeſtryk niet zynde, en voor de tweedemaal in fermentatie komende, blyft de ſlymige moêr daarin hangen, en ſchoon het zwaarder deel daar van al te gronde gaat, zoo kan het lichter deel zulks, door de ſlymigheid welke het Bier heeft aangenomen, niet doen. Langbier word verbetert met beſten Moutwyn daarin te mengen. De Mout- en Brandewyn overtreffen alle andere hulpmiddelen, als Hyſoop, Moſtertzaad, Peperwortel en andere, alzoo de Moutwyn het Bier eenigſints wederom byzet, ’t gene het verloren heeft.

Bier dat werig ſmaakt kan weinig menſchen voldoen; de werige ſmaak komt voornamelyk daar van daan, dat of het Bier niet lang genoeg heeft gekookt, of niet genoeg met Hop is gezouten; ook we] omdat ’er ongekookt Bier, dat eenigen Ontzet noemen,