Pagina:Brouwkunde.djvu/52

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 12 okt 2015 om 15:48
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

en de Fermentatie met zoodanig een geweldt geſchiedt, dat het Bier daar door van zyne fyne vlugge zout en oliedeelen word berooft, welke het goed moeten maken en houden. Behalven dat de Fermentatië, gelyk wy in het voorgaande Hoofddeel hebben aangetoont, volharde, waardoor het Bier in korten tydt of ſmakeloos of zuur worde: Het Bier nu dat in den Winter word gebrouwen, zal weinig of niet fermenteren, ten ware het geil zeer warm (dat nooit goedt is) worde gezet; het Bier nu weinig of niet hebbende gefermenteert, heeft die volmaaktheid niet, welke het anders zoude hebben gehadt, indien het door een genoegzame fermentatie tot zyn rypheid was gebragt.

Het Bier van de vereiſchte zaken gemaakt, behoorlyk gekookt, gegeſt, en op zyn’regten tyd gebrouwen, kan op zuivere vaten gedaan, en wel verzegelt, jaren bewaart worden.