Pagina:Brouwkunde.djvu/46

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 2 dec 2014 om 21:40 (→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met 'heeft het een zeer zware reuk, maar wel gedroogt, een zoete aangename reuk en ſmaak. Dingen die matig warm zyn, en van ſommigen eenigzints verkoelende worden gea...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

heeft het een zeer zware reuk, maar wel gedroogt, een zoete aangename reuk en ſmaak.

Dingen die matig warm zyn, en van ſommigen eenigzints verkoelende worden geagt, zyn de volgende:

Meliſſa, Apiaſtrum genaamt, daar van zyn verſcheide ſoorten, alle hebbenze een aangename Citroengeur en ſmaak; de Italianen noemenze Cedronella, als of zy zeiden Citroenkruid.

De Hyſſopus daar van zyn meer dan eene ſoort, als Hyſſopus Hortenſis, en Hyſſopus Campreſtris, ook wel Hyſſopides genaamt: De eerſte ſoort word in het bier gebruikt; dit kruid heeft geen merkelyke reuk of ſmaak, maar gekookt zynde is het afziedzel gantſch niet onliefelyk.

De Succus Glycyrrhizae Condenſatus: Het word in Spanje van ſap van zoethout gemaakt, van waar het in langwerpige vierkante ſtukken tot ons gebragt wordt. Drop moet doorgeſlagen,