Pagina:Brouwkunde.djvu/19

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 29 nov 2014 om 17:48
Deze pagina is niet proefgelezen

De Geilkuip is een groot rond, van beſt eiken hout gemaakt vat; deze kuip word ook met yzeren banden omvangen, en heeft, gelyks den bodem, een kraan door deze tapt men het Geilbier in de vaten; onder deze kraan is, in den grond, een onderbak geplaatſt, de Vaatbak genaamt, in deze loopt het bier dat by het vaten geſtort word. Eenige zyn ’er, die nog in den bodem van deze kuip een rond gat maken; hier in ſteken zy een houten tap, welke zy, by het ſchoon maken der kuip, uit nemen, dan dit gat is onnodig alzoo de vuiligheden by het ſchoon maken door de genoemde kraan zich kunnen ontlaſten.

De Graanzolders moeten verſcheiden zyn, om alderhande ſoorten van graan op te kunnen leggen.

De Hopzolder moeten droog, maar niet lugtig zyn, en hoe digter de Hop word op een gepakt, hoe derzelver kragten te beter worden bewaart.