— Zoo ook wie de uitvinder is van de Zetgist, iets van de uiterſte aangelegenheid, immers in de Verſche- en Zomerbieren. — Insgelijks, om juist te bepaalen welke landen op ons klein Aardklootje, een ſtipje van het Geheel-al, daar echter zulke verbaazend groote Brouwerijën in gevonden worden, koel en gemaatigd genoeg zijn, om vijf of zes maanden aan den anderen Bier te brouwen, dat, tot beſchaaming van den Rijnſchen Wijnſtok, een reeks van jaaren goed blijft, en zoo wel als den ouden Rijnwijn, een vervrolijkende, verſterkende en genezende kragt bekoomt. Nog minder is het mij doenlijk te beſchrijven de verſcheide manieren van het Bierbrouwen, als ook de verſchillende ſoorten van Bieren: want ieder Land, elke Stad, elke Brouwer heeft zijne bijzondere wijze van doen, verſchillende Graanen tot hoofd-ingrediënten, en dienvolgens een verſchillende ſoort van Bier. Dus Brouwen Breda, Leuven, Diest, enz. eene ſoort van Bier, bijna zoo wit als melk; Brunswijk hoog- bruin; en Londen witachtig of bleek-bruin Bier. De twee laatſte ſoorten, meen ik, dat in ons Holland (uitgezondert te Geertruidenberg, alwaar ook eigentlijk zoo genaamd wit Bier gemaakt word:) alleen gebrouwen worden. Hier bij zal ik mij bepaalen; overgeevende of het Wit, of Engelsch, Luiks, of Bruin, moet genaamd worden. Het is genoeg als het kalf maar een naam heeft, waar door men het van een ander kenteeken onderſcheiden kan.