Pagina:De Bierbrouwer.djvu/36

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is niet proefgelezen

nat, terwijl dat in den Lekbak ſtaat, te zeer verhit word, het hout krom trekt, en het zelve doet vervuuren en verrotten. De Lekbak op het gemelde bedde, waterpas , neêrgezet zijnde‚ legt men rondöm denzelven, tot aan den bovenkant toe, mede een voet dik ebſlijk, leem, of potäarde, en dekt dezelve, benevens den kant van den Lekbak, met een tegel, of een rollaag van mopſteenen, in ſterken tras gelegd, om het inwateren voortekomen.

Het is voor een Brouwer zeer nut en voordee1ig‚ dat hij zelf de vernieuwingen en veranderingen in zijne Brouwerij overlegge, ontwerpe, beveele, en onder zijn geduurìg opzicht doe voltooiën: want het‚ komt grootelijks aan op deugdzaam werk, als mede op eene goede ſchikking in eene Brouwerij, waar door veel tot gemak en voordeel word toegebragt; immers het is met eene Brouwerij gelegen als met veele andere bedrijven: timmerlieden en metzelaars kunnen een beſtek maken van een gewoon gebouw; maar in elke Brouwerij komt wat bijzonders voor, dat buiten den gewoonen regel valt. Hierom zal ik mij over de verdere gereedſchappen van Losbakken‚ of Loskuipen, heete en koude Pompen, en de werking der laatstgemelden, door middel van Rosmolens, niet uitlaaten. Deeze en meer andere werktuigen, verſcheelen in alle, en wel voornamelijk in grootere en kleindere Brouwerijën.