Pagina:Brouwkunde.djvu/23

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is proefgelezen

De Moutvloer is van onverglaasde tegelen gemaakt, op deze word het geweekte graan, op een of meer hoopen gezet, waarop het zoo lang moet blyven ſtaan, tot dat de allereerſte beginſelen van de wortelvezelen zich openbaren, het welk men gewaar wordt, als onder aan de Gerſt zich een klein wit puntig uitſpruitſeltje begint te vertoonen; wanneer aan al het graan zoo een uitſpruitſeltje komt, is het een teeken, dat ’er geen doode graankorrels by zyn, dewelke men agterblyvers noemt. Als deze uitſpruitſeltjes zich openbaren, en de warmte in de hoop of hoopen merkelyk zy, moet het graan worden omgezet en breeder uitgeſpreit: Als nu de grasſcheuten eenigzints beginnen te zwellen, word het graan wederom omgezet en enkelder uitgeſpreit, vervolgens word het nat gemaakt, gekeert; en, als de grasſcheuten beginnen voort te zetten, op den denning gebragt.