Pagina:Brouwkunde.djvu/14

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 29 nov 2014 om 00:29 (→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met '<poem> :ô Welbedachte drank! ô Bier! :Wie moet uw deugden niet beminnen? :Laat dolle en dronke Wynpapinnen :U vloeken met een heeſch getier! Geen opgezwollen bre...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

ô Welbedachte drank! ô Bier!
Wie moet uw deugden niet beminnen?
Laat dolle en dronke Wynpapinnen
U vloeken met een heeſch getier!
Geen opgezwollen brein, door Bacchus nat
beſtoven,
Belet uw nut gebruik, kan Ceres luiſter
dooven.

Hoe blyft u ’t menſchendom niet verpligt!
Gy heelt en zalft de lichaemskwalen,
Daar goude middelmaat de ſchalen
Mag vullen, en de zorg verlicht:
De Scheikunſt, die haar hulp leent om uw
aart t’ontbinden,
Weet in uw deugd’ en kracht eene Artzeny
te vinden.