Pagina:Brouwkunde.djvu/67

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is niet proefgelezen

op eenige weinige zaken, die van de Gerſt worden gemaakt, te laten volgen.

Schoon de Gerſt grooter en kleinder valt, naar de verſcheidenheid van het Land daar ze groeit, nochtans telt men gemeenelyk twee ſoorten, namentlyk, Hordeum Vernum en Hordeum Hybernum, dat is, Zomer- en Wintergerſt.

Gelyk alle halmdragende Planten, dus geeft ook de Gerſt uit een zeer dunnen vezelächtigen wortel, een ſtroo of ſteel, anderhalf el hoog: deze ſteel, in verſcheide knoopen verdeelt, draagt lange ſmalle, grasgelykenende bladers, ſomtyds den halm geheel bekleedende; de onderſte van deze bladeren zyn ſmalder, dan die van Tarwhalmen, maar de bovenſte zyn ſomtyts zo breed, zy zyn ſcherp in het aanraken, en zoo verre zy den ſteel bekleeden, met een zeker groenachtig ſtof beſprengt: Aan het opperſte van het ſtroo komen airen