Pagina:Brouwkunde.djvu/48

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Deze pagina is niet proefgelezen

als daar zyn de Scarley, Baſilicum, Meliſſa en Mentha, beter na dat het Bier heeft gekookt, by hetzelve worde gedaan; opdat ze te minder van hun vlugge zout en olydeelen worden berooft.

Andere worden, geſtooten zynde, op de Koelbakken of in het Geil gedaan; als daar zyn de Galanga minor, Calmus, Coſtus Indicus, Cortex Winteranus, Caſſia Caryophyllata, Cardamomum, 'Cubebe, Coriander, en andere.

Wat de Oleum Caryophyllorum aanbelangt, deze word met Broodzuiker gemengt, en dus by het geil bier gedaan.

Behalven gemelde wortelen, basten, kruiden, zaaden en oliën, zyn ’er nog die om het bier vet te maken, in het zelve eenige ſchoone Kalfspooten koken; en, om het een zeer aangenamen geur te geven, een of twee grein Muſcus, of een grein Civet,