Pagina:De Bierbrouwer.djvu/18

Uit Bolksch Bierbrouwersgilde
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 13 okt 2015 om 13:22 (→‎Onbewerkt: Nieuwe pagina aangemaakt met 'een zucht om iets ten algemeenen voordeele uit te werken, aangeſpoort door de edelmoedige en omvermoeide werkzaamheid van de loflijke Maatſchappij der Oeconomiſ...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Deze pagina is niet proefgelezen

een zucht om iets ten algemeenen voordeele uit te werken, aangeſpoort door de edelmoedige en omvermoeide werkzaamheid van de loflijke Maatſchappij der Oeconomiſche wetenſchappen, te Haarlem, als mede door die van de Boekhandelaaren, Blusſé en Zoon, te Dordrecht, ter bevoordering der kunde in alle Ambachten, Handwerken, Fabrieken en Trafieken; — heeft mij doen onderneemen, naar mijn begrip, bij eene meer dan veertig jaarige oeffening, voorgegaan door het vaderlijk onderwijs, en uitgebreid door de geſprekken met, en heilzaame onderrigtingen van ervaaren Brouwers, eene Verhandeling over het Bronwen van Bier te ſchrijven. Hopende dat ze, het zij wel opgenoomen of verworpen wordende, kundiger Brouwers tot een prikkel mag verſtrekken, om mijne misſlagen te verbeteren, en eene andere en volmaakter wijze van Brouwen algemeen bekend te maaken.

Of de aloude AEgiptenaaren de eerſte uitvinders van het maaken van een Drank uit Graanen zijn geweest, om het gebrek van den wijn in hun koornrijk gewest te vervullen; en of dien drank langer ſtand konde houden als het Bier, dat thans gebrouwen word aan de Kaap de Goede Hoop, (dewelke van de middellijn omtrend zoo veel graaden zuidwaards legt, als AEgipten daar van noordwaards is afgeſcheiden;) het welk in drie of vier dagen hard word; edoch, wegens zijne zwaarte, door eene overmaat van koorn, het woest en zwelgziek gemeen ſmoor dronken maakt, laat ik de Oudheids-, Natuur- en Aardrijkskundigen beoordelen.